NATRIUMCHLORIDE VIAFLO -


 

: Natriumchloride Viaflo Oplossing voor infusie




?
Natriumchloride 0,9 % wordt door een arts of verpleegkundige toegediend. Uw arts beslist hoeveel u nodig
heeft en wanneer het aan u toegediend wordt, wat afhankelijk is van uw leeftijd, gewicht, toestand, de reden
voor behandeling en of de oplossing voor infusie gebruikt wordt om een ander medicijn toe te dienen of te
verdunnen. De dosering kan ook afhankelijk zijn van andere gelijktijdige behandelingen.
Natriumchloride 0,9 % mag NIET worden toegediend als de oplossing deeltjes bevat of de zak op een
of andere manier beschadigd is.
Natriumchloride 0,9 % wordt doorgaans in een ader toegediend via een plastic slangetje dat bevestigd is aan
een naald. Meestal wordt een ader in uw arm gebruikt om de oplossing voor infusie toe dienen. Het is echter
mogelijk dat uw arts beslist u het medicijn te geven via een andere toedieningsweg.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
Version 12.0 (QRD 4.NaCl 0,9 %Baxter S.A.
Bijsluitervolume lichaamsvocht
de zuurgraad van uw bloed en urine
de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden van het
hormoon vasopressine of bij patiënten die andere medicijnen nemen die de werking van vasopressine
verhogen).
Niet-gebruikte oplossing moet worden vernietigd. Natriumchloride 0,9 % mag NIET worden toegediend uit
een gedeeltelijk gebruikte zak.
Heeft u te veel van dit medicijn toegediend gekregen?
Als u te veel Natriumchloride 0,9 % toegediend gekregen heeft (te hoog toegediend volume), kunnen de
volgende verschijnselen optreden:
misselijkheid (gevoel van misselijkheid);
braken;
diarree (dunne ontlasting);
maagkrampen;
dorst;
droge mond;
droge ogen;
zweten;
koorts;
versnelde hartslag (tachycardie);
hoge bloeddruk (hypertensie);
nierfalen;
vochtophoping in de longen, wat leidt tot ademhalingsmoeilijkheden (longoedeem);
onderhuidse vochtophoping, met name rond de enkels (perifeer oedeem);
stoppen met ademen (ademhalingsstilstand);
hoofdpijn;
duizeligheid;
rusteloosheid;
prikkelbaarheid;
algemene zwakte;
spierschokken en spierstijfheid;
convulsies;
acidose (verzuring van het bloed), wat leidt tot vermoeidheid, verwarring, slaapzucht en een
versnelde ademhaling;
een te hoog natriumgehalte in het bloed (hypernatriëmie), wat kan leiden tot epileptische aanvallen,
coma, zwelling van de hersenen (hersenoedeem) en overlijden
Wanneer een van deze verschijnselen bij u optreedt, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts. De infusie wordt
stopgezet en u wordt behandeld afhankelijk van de verschijnselen.
Als een medicijn toegevoegd is aan Natriumchloride 0,9 % voordat u een te hoog volume toegediend krijgt,
kan ook dat medicijn leiden tot verschijnselen. Lees de bijsluiter van het toegevoegde medicijn voor een
overzicht van mogelijke verschijnselen.
Wanneer u te veel van Natriumchloride 0,9 % heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
uw apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Als de toediening wordt gestopt
Uw arts beslist wanneer deze infusie stopgezet wordt.
Version 12.0 (QRD 4.NaCl 0,9 %Baxter S.A.
BijsluiterHeeft u nog andere vragen over het gebruik van dit medicijn? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.


Natriumchloride Viaflo -






















Meer informatie